Heleen Bos werkt bij een groenteveredelaar: “De productie van biologisch zaad is echt een vak apart”

23-01-23 13:52

Wie zijn de mensen die jouw biologische groenten en fruit telen, zorgen voor een lekker eitje op jouw bord of die volle yoghurt waar je zo verzot op bent? Neem een kijkje in de keuken van de mensen achter jouw eten! Waarom kiezen zij voor een biologische werkwijze, op welke manier innoveren ze en wat betekent dit voor de producten die jij in je winkelmandje legt? Deze keer ontmoeten we Heleen Bos, die werkt als accountmanager biologisch bij het grootste groenteveredelingsbedrijf van Europa.

Tijdens een bezoek aan de groenteboer of groenteafdeling is het gemakkelijk te vergeten dat alles wat er in de schappen ligt, begint met één klein zaadje. Behalve als je voor een groenteveredelaar werkt, zoals Heleen Bos. Een groenteveredelaar houdt zich bezig met de selectie van planten, die met elkaar gekruist worden totdat er een ras ontstaat geschikt voor de biologische akkerbouw. De groentezaden van deze nieuwe groenterassen levert het bedrijf aan telers. En ondersteunen ze diverse projecten om consumenten te informeren over biologisch eten.

Resistente rassen tegen ziektes en plagen

Het groenteveredelingsbedrijf waar Heleen voor werkt bestaat volgend jaar precies een eeuw. Het familiebedrijf heeft inmiddels 3800 medewerkers over de hele wereld. “We verkopen zaden van zo’n 30 soorten groente, van sla tot komkommer, meloen en kolen”, vertelt Heleen tijdens een bezoek aan de locatie in De Lier. “Van al die soorten groenten hebben we ruim 1000 commerciële rassen ontwikkeld, waarvan zo’n veertig procent voor de bio-akkerbouw wordt aanbevolen. Dat zijn groenterassen met de nodige resistentie tegen plantenziektes en plagen, of soorten die goed in de grond groeien”, legt Heleen uit. De behoefte aan resistentie komt voort uit de voorwaarde waar biologische boeren aan moeten voldoen, namelijk het niet gebruiken van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en het telen van gewassen in de volle grond.

De productie van biologisch zaad is een vak apart

Het veredelen van een plant is een lange-termijninvestering. Het duurt gemiddeld zes tot zestien jaar voordat er een ras ontstaat. Voordat het op de markt komt moet het aan vele eisen voldoen. “Stel je wil een paprika op de markt brengen, dan zit in plantje A de mooie rode kleur, in plantje B de lekkere smaak en in plantje C de kilo’s (een goede opbrengst). Je wil al die eigenschappen het liefst terug zien in één zaadje. En dus ga je kruisen, totdat je de ideale nakomeling gevonden hebt.” Bij het veredelen wordt in eerste instantie geen onderscheid gemaakt tussen bio en gangbaar. Planten worden gekruist en de uitkomsten worden op verschillende criteria beoordeeld. Daarna wordt een schifting gemaakt tussen welke rassen beter bij gangbare landbouw passen en welke geschikter zijn voor biologische tuinbouw. “Het verschil zit enkel in de selectie,” legt Heleen uit.

Als je de combinatie hebt gevonden voor de biologische tuinbouw, maak je daar heel veel zaden van. Het productieproces dat volgt is wel een vak apart. Want steeds vaker is dat zaad zelf ook biologisch gecertificeerd, mede door nieuwe wetgeving vanuit de EU. “Het betekent dat je tijdens de productie van het zaad niet spuit, dat je het zaad in de grond teelt en dat je aparte verpakkingen en opslag nodig hebt.” Vanaf 2035 moeten alle biologische telers in Europa honderd procent biologisch zaad gebruiken. Nu kunnen telers nog kiezen voor niet-biologische zaden wanneer een bepaald ras niet aanwezig is in de database van biologische zaden. Daar moeten ze wel administratieve handelingen voor ondernemen om aan te tonen dat er geen bio optie beschikbaar is. Vanaf 2035 kan dat niet meer. Het is een grote omslag voor telers en zaadveredelaars uit Europa.

De groene waarden van biologisch passen bij ons

Het bedrijf is dertig jaar geleden begonnen met het veredelen van resistente en robuuste rassen geschikt voor de bioteelt. Heleen: “We keken destijds vooral naar Duitsland, dat ook toen al bekend stond vanwege haar bewuste consumenten. De toenmalige eigenaar zei, die groene waarden van biologisch passen wel bij ons.” Er kwam een werkgroep binnen het bedrijf die onderzoek deed naar de markt en er werden proefzaden geproduceerd. In 2007 kwam Heleen bij het bedrijf werken en sindsdien heeft zij de biotak van het bedrijf op zich genomen. “Ik inventariseer wat er speelt bij dochterondernemingen en onderzoek wie de klant is en wat hij of zij wil - van de teler tot de supermarktketenmanager. Ik ben met biologisch eten opgegroeid. Ik vind het puur natuur en waardeer de ondernemer in z’n vindingrijkheid, des te meer in economisch moeilijkere tijden zoals nu. Het is lastig en toch moet men door.”

Van idee naar biologische zoete puntpaprika

Een van de succesverhalen van het bedrijf is de zoete puntpaprika. In Spanje al jaar en dag een bekende groente in de keuken, maar dan in het groen. “Deze soort groente wordt al jaren in Spanje geteeld en men eet hem daar groen (niet zoet), de Spaanse collega's kwamen op het idee om hem als rode zoete aan te bieden aan de consumenten in Noordwest-Europa.” Dus zijn we het idee gaan promoten bij supermarkten en op beurzen, zodat mensen hem kunnen proeven. De puntpaprika is mooi van kleur, fantastisch van smaak en divers. Je kunt hem rauw eten, bakken, barbecueën of er zelfs een sapje van maken. Innovatie moet je zien. Je moet op een idee komen en het gewoon uitproberen.”

“Als bedrijf zijn wij er voor de biologische klant, voor het product en voor de sector. Samen met de kennis die we al bijna honderd jaar in huis hebben is dat wat ons bijzonder maakt”, legt Heleen uit. “Momenteel ontwikkelen we een cursus voor winkelpersoneel, zodat ze klanten beter kunnen informeren over de biologische producten in het schap. Stel ik werk op de groenteafdeling van de Albert Heijn en iemand vraagt aan mij: ‘Die tomaat is biologisch, wat betekent dat eigenlijk?’ Het personeel weet daar vaak geen antwoord op te geven en daar willen wij bij helpen.”

De toekomst: bijzondere producten, kleinere groenten maar vooral bewust eten

Wat de toekomst betreft voorspelt Heleen vernieuwende producten en andere varianten van bestaande groenten. “Over het algemeen zijn consumenten geïnteresseerd in bijzondere groenten, zoals wokkomkommers, paarse bloemkolen en gestreepte aubergines, maar nu de hand op de knip blijft willen we dat de consument een normale goede tomaat of komkommer kan kopen. Daarnaast zijn kleinere groenten momenteel in trek. Zoals een kleine spitskool voor eenpersoons huishoudens bijvoorbeeld. Daarmee verspil je minder.” Ze is realistisch over de huidige economische situatie maar blijft hoopvol. “Het verwarmen van de kassen kost telers momenteel veel geld. We zien dat terug in de zadenverkoop. Telers wachten met zaaien, totdat de grond weer warmer is. Anderzijds is de bio-sector eindelijk van z’n geitenwollensokken-imago af. Jongeren willen goed eten, niets weten van bestrijdingsmiddelen en residuen en iets voor de planeet betekenen. Zij hebben de toekomst. Zelfs een economische crisis kan die trend niet stoppen.”

Meer weten over biologisch?

Je herkent een biologisch product aan het ‘groene blaadje’. Die staat voor het Europees biologisch keurmerk. Op onze website lees je meer over de voordelen van biologisch en biologisch-dynamisch voor mens, dier en milieu!

Wil je op de hoogte blijven? Volg ons op Instagram en Facebook!

Tags

groententeelt

vind-ik-leuk(s)